Semester planning B1-K1-W3
Les planner werkproces 3 : Wonen en huishouden
Week
|
Datum
|
Invulling lesprogramma
|
Leervragen
|
1
|
2 september- 6 september
|
Introductieweek
|
|
2
|
9 september – 13 september
|
Introductie vak
|
|
3
|
16 september – 20 september
|
Methodisch werken +
Hygiënisch werken |
Hoe optimaliseer je menselijke- en omgevingsfactoren?
Hoe pas je jouw visie op zorg toe in je dagelijkse werkzaamheden? Hoe kan je gebruik maken van ervaringsdeskundigheid van cliënten en naastbetrokkenen? Hoe zorg je dat je de leefsituatie van de cliënt aansluit bij zijn/haar wensen? Hoe breng je de wensen van de cliënt t.a.v. de leefsituatie in kaart? Hoe sluit je doelbewust aan bij de psychische- fysieke- en mentale mogelijkheden van de cliënt en naastbetrokkenen inzake wonen en huishouden? Wat staat er in protocollen met betrekking tot hygiëne? Wat is hygiëne? Wat is besmetting? Hoe pas je hygiënevoorschriften zorgvuldig toe? |
4
|
23 september- 27 september
|
Ergonomie
|
Welke vraagstukken spelen een rol t.a.v. de mobiliteit van cliënten?
Hoe ondersteun je een cliënt bij mobiliteitsvraagstukken t.a.v. wonen en huishouden? |
5
|
30 september – 4 oktober
|
HDL
|
Wat staat er in protocollen met betrekking tot milieu?
Welke activiteiten worden uitgevoerd in een woonsituatie? Welke activiteiten horen bij het voeren van een huishouden? Op welke manieren kun je cliënten ondersteunen bij wonen en huishouden? Hoe ondersteun je de cliënt met de organisatie en/of uitvoeren van lichte huishoudelijke schoonmaakwerkzaamheden? Welke middelen en materialen heb je nodig om de leefruimtes schoon te houden? Welke schoonmaak-en onderhoudsmethoden kun je toepassen? Waar houd je rekening mee bij het doen van inkopen? Wat betekent beheren van voorraden? Welke voorraden zou een cliënt kunnen beheren? Hoe kun je een cliënt ondersteunen bij het beheren van voorraden? Hoe ondersteun je de cliënt bij het opmaken van het bed? Hoe ondersteun je de cliënt bij wassen en strijken van kleding en textiel? Welke kennis heb je nodig bij het wassen en strijken van kleding en textiel? |
6
|
7 oktober – 11 oktober
|
HDL
|
Welke middelen en materialen heb je nodig om kleding, linnengoed en schoeisel te verzorgen?
Wat wordt bedoeld met een optimaal woon- en leefklimaat? Welke factoren dragen bij aan een optimaal woon- en leefklimaat? Hoe begeleid je meerdere cliënten bij huishoudelijke-/schoonmaakwerkzaamheden als zij een gezamenlijk huishouden voeren? Hoe schep je voorwaarden zodat de cliënt kan leren en experimenteren met ander gedrag of nieuwe, huishoudelijke vaardigheden? Waarom is het belangrijk dat de begeleider voorbeeldgedrag vertoont betreffende wonen en huishouden? Welke middelen en materialen heb je nodig om leefruimtes in te richten en te onderhouden? Hoe motiveer je een cliënt doelbewust om uitdagingen gericht op zijn ontwikkeling bij wonen en huishouden te bereiken? Hoe ga je zorgvuldig en netjes om met de materialen en middelen t.a.v. wonen en huishouden? Hoe voer je berekeningen over de kosten bij inkopen en het beheren van voorraden nauwkeurig uit? |
7
|
14 oktober – 18 oktober
|
Oefentoets
|
|
|
21 – 25 oktober
|
Herfstvakantie
|
|
8
|
28 oktober – 1 november
|
Voeding
|
Hoe pas je kennis van voedingsleer en dieetleer toe?
Wat is voedingsleer? Welke diëten worden onderscheiden? Op welke verschillende manieren kun je een cliënt ondersteunen bij het bereiden van een maaltijd? Welke kennis heb je nodig om cliënten te ondersteunen bij het bereiden van maaltijden? Op welke verschillende manieren kun je een cliënt ondersteunen bij de maaltijd? |
9
|
4 november – 8 november
|
Begeleiden/
ondersteunen |
Wat is orthopedagogiek?
Hoe begeleid je bij lichamelijke en psychosociale beperkingen bij de doelgroep? Hoe begeleid je bij ontwikkelingsachterstanden bij de doelgroep? Wat is een sociaal-emotioneel veilige omgeving? Wat is het belang van een sociaal-emotioneel veilige omgeving? Hoe creëer je een sociaal-emotioneel veilige omgeving? Wat is advies geven afgestemd op de mogelijkheden van cliënt en naastbetrokkenen? Waarom geef je de cliënt en de naastbetrokkenen advies, afgestemd op hun mogelijkheden? Hoe geef je de cliënt en naastbetrokkenen advies afgestemd op hun mogelijkheden? |
10
|
11 november (valt uit)
12 november – 15 november |
Regie
|
Wanneer neem je huishoudelijke-/schoonmaakwerkzaamheden over?
Hoe zorg je ervoor dat de cliënt en naastbetrokkenen zoveel mogelijk zelf doen? Wat is het belang van samenwerking met de cliënt inzake wonen en huishouden? |
11
|
18 november (geen lessen)
19 november – 22 november |
Financiële administratie
|
Welke financieringsvormen en voorzieningen zijn er voor de doelgroepen?
Wat zijn zorgzwaartepakketten? Wat staat er in de Wet maatschappelijke ondersteuning? Wat staat er in protocollen met betrekking tot kostenbewust werken? Hoe stel je een begroting op? Hoe voer je werkzaamheden zo uit dat deze binnen het budget passen? Welke kennis op het gebied van administratie heb je nodig in het werkveld? Welke kennis op het gebied van financiën heb je nodig in het werkveld? Hoe houd je je financiën en administratie op een professionele manier op orde? |
12
|
25 november – 29 november
|
Financiële administratie
|
Hoe ondersteun je een cliënt bij het omgaan met geld?
Hoe ondersteun je de cliënt bij het doen van inkopen? Wat is het belang van ondersteunen bij het uitvoeren van (financiële) administratieve werkzaamheden en budgetteren? Welke (financiële) administratieve werkzaamheden kan je cliënt moeten doen? Hoe kun je de cliënt ondersteunen bij eenvoudige (financiële) administratieve werkzaamheden en budgetteren? Wat is budgetteren? Wat wordt er bedoeld met het behartigen van financiële belangen van de cliënt? Hoe kun je de financiële belangen behartigen van de cliënt? |
13
|
2 december- 6 december
|
Herhaling + oefentoets
|
|
14
|
16 december- 20 december
|
Ethiek
|
Welke ethische vraagstukken kun je tegenkomen in het werkveld?
Hoe ga je om met ethische problemen in het werkveld? |
|
23 december- 3 januari
|
Kerstvakantie
|
|
15
|
6 januari- 10 januari
|
Rouwverwerking + brandveiligheid
|
Hoe pas je kennis van verlies- en rouwverwerking toe?
Hoe organiseer en bied je steun bij verlies- en rouwverwerking? Hoe pas je brandveiligheid en brandpreventie toe? Wat is brandveiligheid? Wat is brandpreventie? Wat zijn veiligheidsvoorschriften- en protocollen en waar kun je ze vinden? Waar let je op als het gaat om brandveiligheid bij wonen en huishouden? Hoe pas je veiligheidsvoorschriften- en protocollen zorgvuldig toe? |
16
|
13 januari- 17 januari
|
Sociaal netwerk + communicatie/beroepshouding
|
Wanneer schakel je andere disciplines in bij de ondersteuning van de cliënt bij wonen en huishouden?
Wat is het belang van samenwerking met betrokken instanties inzake wonen en huishouden? Hoe werk je samen met cliënt en betrokken instanties om er zorg voor te dragen dat benodigde materialen en middelen beschikbaar zijn? Hoe overleg je tijdig met betrokken instanties? Hoe draag je bij aan patiëntveiligheidscultuur? Hoe communiceer je patiëntveilig? Wat wordt verstaan onder patientveiligheid? Wat is patientveilige communicatie? Hoe pas je communicatiemethoden (verbaal, non-verbaal, pre-verbaal en schriftelijk) toe passend bij de wensen en mogelijkheden van de cliënt? Welke vaardigheden heb je nodig om te kunnen overleggen? Waar houd je rekening mee als je met de cliënt overlegt? Op welke gebieden moet de begeleider voorbeeldgedrag vertonen? Wat is een patiëntveiligheidscultuur, en hoe pas je dat toe? |
17
|
20 januari- 24 januari
|
Summatieve toets
|
|
18
|
27 januari- 31 januari
|
Feedback les
|
|